Omzetbelasting
Over onze landen

Nieuwe btw-regels voor e-commerce

18/06/2021

Vanaf 1 juli 2021 gelden vlottere btw-verplichtingen in het buitenland. Is uw onderneming daar klaar voor?

door Thomas Hermie, LL.M. Head Indirect Tax, thg

Voor veel ondernemingen mag het in deze moeilijke tijden dan geen prioriteit zijn, toch is het een goed moment om de btw-regels voor elektronische handel van naderbij te bekijken. Die worden binnenkort aangepast. De nieuwe regels hebben tot doel de administratieve last en de kosten voor de e-commercebranche te verlagen en gelijke concurrentievoorwaarden te scheppen voor EU-ondernemingen en niet-EU-ondernemingen. Tot voor kort betaalden verkopers van buiten de EU vaak geen EU-btw op hun verkopen binnen de EU. De essentie van de nieuwe regels is dat de verkoper bij afstandsverkoop (bijna) altijd de btw van de lidstaat moet betalen. Dat is in principe ook zo als de handelswaar uit een niet-EU-lidstaat komt en dus vooraf wordt ingevoerd.

Aanvankelijk zouden de regels op 1 januari 2021 in werking treden, maar door de coronacrisis verschoof de startdatum naar 1 juli 2021. België heeft de regels, die door Europa zijn vastgelegd, al in nationaal recht omgezet. Hoewel er twijfel over bestaat of alle EU-lidstaten op tijd klaar gaan zijn, bereidt u zich best voor om vanaf 1 juli 2021 de volgende regels correct toe te passen:

Afschaffing van de huidige drempelwaarden voor intracommunautaire afstandsverkopen aan niet-ondernemers en invoering van een vereenvoudigingsmaatregel voor dergelijke afstandsverkopen

‘Afstandsverkopen’ zijn verkopen van artikelen aan niet-ondernemers waarbij de artikelen worden verzonden door de verkoper of voor rekening van de verkoper vanuit een andere staat dan de EU-lidstaat waar de levering aan de afnemer eindigt.

Volgens de postorderregelgeving tot voor kort mocht de verkoper op deze grensoverschrijdende intracommunautaire afstandsverkopen de btw van zijn eigen lidstaat blijven betalen, zolang zijn omzet in de lidstaat van de koper een bepaalde drempelwaarde niet overschrijdt (bijvoorbeeld 35.000 EUR in België).

Die drempelwaarden worden nu afgeschaft. Als de intracommunautaire omzet van de verkoper uit afstandsverkopen (en uit telecommunicatie-, radio- alsook elektronisch verleende dienstleveringen) het jaarlijkse drempelbedrag van 10.000 euro overstijgt, moet hij de btw van de lidstaat van de B2C-klant onmiddellijk betalen. Voortaan kan de verkoper echter al zijn complianceverplichtingen via het OSS-portaal (‘One-Stop-Shop’ of ‘éénloketsysteem’ vervullen. Een afzonderlijk btw-identificatienummer in elke afzonderlijke lidstaat is niet meer vereist, behalve dan in de lidstaten waar het bedrijf een kantoor of magazijn heeft. Ook verkopers die niet in de EU zijn gevestigd, kunnen deze werkwijze volgen. Zodra een onderneming beslist om het OSS te gebruiken, moeten alle verkopen in lidstaten waar de onderneming geen magazijn heeft via het OSS gebeuren. Het gebruik van de OSS-procedure is echter geen verplichting. Men kan er nog altijd voor kiezen om alles via lokale btw-identificatienummers en -aangiften te blijven regelen.

Invoering van vereenvoudigingsmaatregelen voor afstandsverkoop vanuit derde landen

Naast de aanpassing van de regels voor intracommunautaire afstandsverkoop is er nog een nieuwe regeling voorzien. Die regeling geldt voor de afstandsverkoop van handelswaar uit derde landen, die voor de levering aan B2C-klanten in de EU ingevoerd moeten worden.

Tot voor kort moest de normale invoerprocedure gevolgd worden. Dat wil zeggen: (i) ofwel voert de verkoper in eigen naam in en voert hij vervolgens een intracommunautaire afstandsverkoop uit. Daarvoor zijn lokale btw-identificatienummers en naleving van de complianceverplichtingen vereist, om de invoerbelasting en de btw in de EU-lidstaat van de klant te betalen. (ii) Ofwel houdt de verkoper daar geen rekening mee en recupereert de koerier de invoerbelasting (en de tol) van de particuliere klant.

Vanaf 1 juli 2021 kunnen de invoer en daaropvolgende verkoop aan B2C-klanten van zendingen met een waarde van hoogstens 150 euro via twee vereenvoudigde btw-regels verlopen.

  • Over de IOSS (‘Import One Stop Shop’)-invoerregeling: Die regeling houdt het volgende in: de verschuldigde btw op afstandsverkopen vanuit derde landen naar de EU-lidstaat waar de bestelde artikelen geleverd worden, wordt via het IOSS-portaal gemeld en betaald. De invoer van deze artikelen is btw-vrij en de douaneprocedures worden vereenvoudigd. Daarvoor moet echter het IOSS-btw-identificatienummer van de verkoper aan de douaneautoriteiten meegedeeld worden. De verkoper moet zich daarom vooraf bij het IOSS registreren.
  • Over de niet-IOSS-uitzonderingsregeling voor de aangifte en betaling van de btw bij de invoer: Als het transport van de goederen via het tolvrije verkeer in de EU-lidstaat plaatsvindt, waarbij de goederen aan de eindafnemer geleverd worden, kan men ook de tweede vereenvoudigingsmaatregel volgen. Die houdt in dat postexploitanten, koerierdiensten of andere douaneagenten de invoerformaliteiten naleven en de btw op naam van de koper betalen. Zo kan de verkoper een lokale btw-registratie vermijden.
    Natuurlijk kan men in de bovengenoemde gevallen de standaardprocedure voor de btw-heffing bij de invoer blijven volgen. Het blijft bovendien verplicht om die standaardprocedure te volgen wanneer de voorwaarden voor de toepassing van de bovengenoemde invoer-uitzonderingsregels niet vervuld zijn (bijvoorbeeld wanneer de reële waarde van de ingevoerde waren boven de 150 EUR ligt).

Afschaffing van de btw-vrijstelling voor de invoer van zendingen met een geringe geldwaarde tot 22 EUR

Naast de invoering van de vereenvoudigde invoerprocedure voor artikelenzendingen met een reële waarde van hoogstens 150 EUR, zoals hierboven uitgelegd, wordt de btw-vrijstelling voor zendingen tot 22 EUR afgeschaft. Dat zou moeten verhinderen dat niet-EU-ondernemingen btw-vrij in de EU blijven leveren en van een duidelijk handelsvoordeel kunnen profiteren tegenover hun concurrenten die in de EU gevestigd zijn.

Nieuwe btw-plichten voor elektronische interfaces zoals webshops, marktplaatsen en platforms

Ook voor elektronische marktplaatsen en verkopers die via deze marktplaats verkopen, verandert het een en ander. Dat gebeurt althans bij die onlineverkopen

  • waarbij zendingen met een reële waarde van hoogstens 150 EUR in de EU ingevoerd worden. Het maakt niet uit of de initiële verkoper binnen of buiten de EU is gevestigd.
  • In dat geval speelt het ook geen rol of de goederen uit een magazijn van binnen of buiten de EU komen en welke waarde ze hebben.

In beide gevallen wordt er fictief van uitgegaan dat de beheerders van een elektronische interface, bijvoorbeeld een marktplaats of een platform, de artikelen zelf van de verkoper ontvangen en dan aan de klant verkocht hebben. Dat geldt zowel voor elektronische interfaces die binnen alsook buiten de EU zijn gevestigd. Als ‘fictieve verkopers’ moeten zij btw op deze verkopen innen en die in het land van de eindafnemer betalen. Daarvoor kunnen de elektronische interfaces ook de OSS- en IOSS-werkwijzen volgen.

Uitbreiding van de huidige MOSS-regelgeving op dienstleveringen

Een ‘Mini-OSS’ (MOSS) bestaat al sinds 2015 voor de aangifte en betaling van btw voor telecommunicatie-, radio- en televisieomroep- en elektronische diensten (d.w.z. overwegend geautomatiseerde leveringen van diensten, zonder of met weinig menselijke betrokkenheid) aan B2C-klanten in de EU. Door de uitbreiding van het toepassingsgebied van het MOSS naar een OSS (niet meer Mini-OSS), kan de btw vanaf 1 juli 2021 ook voor andere B2C-diensten aangegeven en betaald worden. Het gaat daarbij om B2C-leveringen die aan btw zijn onderworpen in de EU-lidstaat waar de B2C-klant is gevestigd. (Bijvoorbeeld verhuur van transportmiddelen, diensten met betrekking tot vastgoed en evenementen enzovoort).

Sinds 1 april 2021 is het in de meeste lidstaten mogelijk om al vooraf voor het (I)OSS inschrijven voor wie van deze regels wenst gebruik te maken Let erop dat de nieuwe ‘vereenvoudigingsmaatregelen’ ook tot bijkomende boekhoudingsvereisten en ingewikkelde kwesties kunnen leiden. Zo moet het ERP-systeem in vele gevallen worden aangepast om de correcte leverplaats, de correcte lokale belastingtarieven, de verschillende valuta enzovoort onmiddellijk in te geven.

Ondernemingen die het OSS gebruiken om hun afstandsverkoop of (elektronische) leveringen van diensten aan te geven, moeten wel niet meer rekening houden met de facturatieregelgeving van de lidstaat van de klant. In plaats daarvan gelden voortaan de regels van de lidstaat van de OSS-identificatie.

Conclusie

Of al deze maatregelen werkelijk de verhoopte vereenvoudigingen met zich meebrengen, kan pas beoordeeld worden wanneer alle regels in kracht zijn getreden en de eerste ondernemingen deze nieuwe procedure gebruiken. Voor ondernemingen zal het moeilijk zijn om te beslissen wat zij in de periodieke btw-aangifte en in de (I)OSS-aangifte moeten vermelden, vooral wanneer ze als onlineverkopers magazijnvoorraden in verschillende landen hebben (bijvoorbeeld bij logistieke partners). Een andere vraag is ook of alle EU-lidstaten op tijd klaar zullen zijn.

Contact

Thomas Hermie, thg, German Desk, E-mail schrijven, T + 32 (0) 2 352 31 37