De bedrijfsverwachtingen in de Duitse economie zijn de afgelopen maanden sterk vertroebeld.
Dit is een van de bevindingen van de landelijke IHK- conjunctuurenquête voor de vroege zomer. De Duitse Federatie van Kamers van Koophandel, DIHK heeft hiervoor de feedback van in totaal meer dan 25.000 bedrijven uit alle sectoren en regio's heeft geëvalueerd. Volgens de enquête verwacht een derde van de bedrijven dat de zaken in de komende twaalf maanden zullen achteruitgaan; slechts 19 procent verwacht een verbetering.
"Dit is opnieuw een aanzienlijke daling ten opzichte van het begin van het jaar, omdat toen al duidelijk werd dat het voor velen een zeer moeilijk jaar zou worden," aldus DIHK-hoofddirecteur Martin Wansleben in de persmededeling. " Zelfs als er snel een einde aan de Russische oorlog in Oekraïne zou komen, hopen wij op een maximale groei van maar één tot 1,5 procent dit jaar als gevolg van de problemen in verband met de toeleveringsketen alsook de hoge energie- en grondstoffenprijzen. Wij kunnen dit magere resultaat alleen maar bereiken omdat de economie zich gedeeltelijk herstelt heeft ten opzichte van het jaar ervoor en het momenteel weer beter gaat met de gastronomie en het toerisme".
Vooral in de bouw en de industrie zijn de bedrijfsvooruitzichten dramatisch verslechterd. In de bouw verwacht 44 procent van de bedrijven dat de zaken achteruitgaan en slechts zeven procent dat ze zullen verbeteren. Ook in de industrie is de verhouding tussen pessimisten (37%) en optimisten (14%) in hun eigen bedrijfsverwachtingen slechter dan gemiddeld. "Een dergelijke inzinking van het de economische sentimentindicator (ESI) hebben we maar één keer meegemaakt tijdens de financiële crisis en de eerste bevriezing in 2020," aldus Wansleben.
Verontrustend is dat, gezien de sombere bedrijfsvooruitzichten, vele ondernemingen opnieuw hun investeringsplannen sterk moeten terugschroeven en vooral moeten bezuinigen op productinnovaties. Ook met de personeelsplannen is men nu voorzichtiger.
Industrie en bouwnijverheid harder getroffen dan gemiddeld
De industrie en de bouwsector zijn bijzonder hard getroffen door de sterke stijging van de energie- en grondstoffenprijzen. Maar ook in de economie als geheel bereikt dit bedrijfsrisico een historisch laag niveau. "We zien hier waarden die hoger zijn dan aan het begin van het jaar. Toen al hadden we de risicowaarden vastgesteld die eerder niet bekend waren," zegt Wansleben. In alle sectoren en regio's beschouwt 78 procent van de bedrijven energie- en grondstofprijzen momenteel als een van hun grootste bedrijfsrisico's. In de industrie is het zelfs 93 procent; in de bouw 91 procent.
Sectoren die vooral te lijden hebben onder de stijgende energieprijzen of de toenemende problemen in verband met bevoorradingsketen ondervinden, melden steeds vaker financiële moeilijkheden. Waren het op het hoogtepunt van de pandemie vooral de kleinhandelsbedrijven en de toeristische ondernemingen die met financiële moeilijkheden te kampen hadden, nu worden er ook steeds meer industriële en logistieke bedrijven getroffen.
"We moeten voorzichtig zijn dat de zaken hier niet beginnen af te glijden en we kernsectoren verliezen," zei Wansleben. In verband met wegvervoer is het aantal bedrijven met financiële problemen ten opzichte van het begin van het jaar tot 52 procent gestegen (een stijging met tien procent). In de chemische nijverheid is dat 29 procent (een stijging met vijf procent), in de rubber- en kunststofindustrie 36 procent (een stijging met zeven procent) en in de metaalproductie en -verwerking 41 procent (een stijging met zes procent).
"Bedrijven verwachten nu nieuwe impulsen van de politiek"
"Corona-lockdown maatregelen, aanhoudende turbulentie in verband met de toeleveringsketen alsook de gevolgen van de oorlog in Oekraïne: Veel bedrijven maken reeds de derde crisis mee," aldus Wansleben. "In de overstromingsgebieden is het zelfs de vierde schok in minder dan drie jaar. Zelfs de bedrijven die er tot dusver gemakkelijk van af zijn gekomen, verwachten nu de nieuwe impulsen van de politiek. Zij voelen zich onder druk gezet door de extra bureaucratie en de regelgeving die vóór de crisis dateren. Onze hele economie heeft behoefte aan hulp en duidelijke beslissingen van politici - vooral in Brussel en met het oog op het wezenlijke. Ondanks alle kansen, de uitdagingen die voor ons liggen zijn enorm.”