Sinds 18 februari 2024 mogen draagbare batterijen niet meer op de markt worden gebracht die meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium bevatten.
Dit vermelt onze Partner Bebat in zijn nieuwsbrief.
De Europese batterijverordening (2023/1542) vermindert de hoeveelheid stoffen die batterijen mogen bevatten in vergelijking met de eerdere batterijrichtlijn. Dit betekent dat bepaalde typen draagbare batterijen niet langer op de markt mogen worden gebracht.
Dit betreft:
- Draagbare batterijen die meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium (uitgedrukt als cadmiummetaal) bevatten, ongeacht of ze afzonderlijk worden verkocht of zijn ingebouwd in apparaten, lichte vervoermiddelen of andere voertuigen.
- Draagbare batterijen die meer dan 0,01 gewichtsprocent lood bevatten (uitgedrukt als loodmetaal). Vanaf 18 augustus 2024 mogen deze batterijen niet meer op de markt worden aangeboden, ongeacht of ze al dan niet in apparaten zijn ingebouwd.
- Dit geldt niet alleen voor traditionele draagbare loodbatterijen, maar ook voor batterijen die meer dan 0,01 gewichtsprocent lood bevatten.
Voor draagbare zink-lucht knoopcellen die meer dan 0,01 gewichtsprocent lood bevatten, gaat dit verbod in op 18 augustus 2028.
Terwijl de eerdere batterijrichtlijn nog meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium toestond in draagbare batterijen en accu's die bedoeld waren voor gebruik in:
- nood- en alarmsystemen, met inbegrip van noodverlichting of;
- medische apparatuur
Het op de markt brengen van draagbare batterijen voor deze toepassingen is nu ook verboden.
Dit betekent niet alleen traditionele nikkel-cadmium batterijen, maar ook batterijen die behoren tot andere chemische families met een hoger cadmiumgehalte dan 0,002 gewichtsprocent.