DIHK economisch onderzoek onder 25.000 bedrijven geeft geen reden tot juichen.
Directeur Martin Wansleben spreekt van een structureel probleem voor Duitsland als vestigingsplaats. Dit meldt de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie (DIHK) op haar website.
De cijfers van de economische herfstenquête 2024 van de DIHK, waaraan ongeveer 25.000 bedrijven uit alle sectoren en regio's in Duitsland hebben deelgenomen, rechtvaardigen volgens de directeur van de DIHK geen optimisme voor 2025. “Integendeel, op sommige plaatsen doet de feedback van bedrijven vrezen dat het nog erger kan worden. We verlagen onze prognose voor 2024 naar een 'rode nul' in het beste geval. Ook voor het komende jaar verwachten we slechts nulgroei. Dat zou het derde jaar op rij zijn zonder reële groei van het bruto binnenlands product!”
Lage investeringsvooruitzichten
Bedrijven die deelnamen aan het onderzoek klagen over te veel bureaucratie, hoge locatiekosten, d.w.z. energie- en arbeidskosten, buitensporige belastingdruk en de huidige geopolitieke onzekerheden in Duitsland. Bovendien is er een gebrek aan investeringen in de bedrijfslocatie en een gebrek aan vraag in binnen- en buitenland.
Volgens de DIHK worden deze pessimistische vooruitzichten weerspiegeld in de investeringsbereidheid van Duitse bedrijven. In de enquête gaf een derde van de bedrijven aan dat ze hun investeringen in hun lokale vestiging de komende tijd zouden verminderen. Duitsland dreigt zijn internationale concurrentiepositie te verliezen.
Situatie en verwachtingen verduisterd - vooral in de industrie
Volgens het onderzoek beoordeelt slechts 26% van de bedrijven (na 28% aan het begin van de zomer) hun huidige bedrijfssituatie als “goed”. Het aandeel dat hun situatie als “slecht” omschrijft is bijna net zo hoog (25 procent vergeleken met 23 procent eerder). Het saldo van positieve en negatieve situatiebeoordelingen daalde daarmee tot slechts 1 punt (na 5 punten in het begin van de zomer).
Wansleben concludeert dat Duitsland het roer moet omgooien. Er zijn snelle en gerichte maatregelen nodig om de economische randvoorwaarden te verbeteren. Onder andere een investeringsvriendelijke hervorming van de vennootschapsbelasting en een merkbare vermindering van de bureaucratie zijn nodig om de economie weer aan te zwengelen.