DIHK presenteert resultaten van een enquête onder IHK's en AHK's
De Europese interne markt had 30 jaar geleden al verwezenlijkt moeten zijn - maar Duitse bedrijven stuiten nog steeds op grenzen en op bureaucratische obstakels. In sommige gevallen wordt de situatie zelfs erger. Dit blijkt uit een recente analyse van de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie (DIHK).
Het onderzoek is gebaseerd op een enquête onder de 79 Kamers van Koophandel en Industrie in Duitsland (IHK’s) en de Duitse Kamers van Koophandel in het buitenland (AHK’s) in alle EU-lidstaten. De resultaten zijn duidelijk: vrij verkeer van goederen en handel is nog lang geen realiteit. Op veel gebieden zijn dringend verbeteringen nodig.
"Soms vertellen Duitse bedrijven ons zelfs over onevenredige en soms intimiderende bureaucratische hindernissen", zegt DIHK-voorzitter Peter Adrian. "Als we Europa serieus nemen, moeten we eindelijk over de hele linie nutteloze en overbodige regelgeving afschaffen. Het verminderen van de bureaucratie is daarom ook een van de belangrijkste kwesties op Europees niveau."
Als grootste interne markt ter wereld biedt Europa immers ongeëvenaarde mogelijkheden voor bedrijven en consumenten. Twee derde van alle EU-goederenhandel komt voor rekening van de lidstaten van de Unie. In totaal heeft het meer dan 50 miljoen Europese banen gecreëerd.
“We staan onszelf in de weg”
Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is de kern van de Europese integratie. “Maar we staan onszelf in de weg. Een interne markt moet eerst intern functioneren, om in staat te zijn uiterlijk met kracht te handelen”, aldus Adrian. Het moet daarom "vooral een echte markt blijven", benadrukte de DIHK-voorzitter. "Dit kan echter niet meer als er steeds meer regels en soms tegenstrijdige politieke richtlijnen komen die de economie verstikken."
Voornaamste probleem bij het uitzenden van werknemers
Vooraan in de lijst van problemen staat, volgens de DIHK, het uitzenden van werknemers. Ongeschikte regelgeving gaat hier hand in hand met extra nationale hindernissen. Deze hindernissen beginnen bij de verschillen tussen de rapporteringsportalen en gaan van ongecoördineerde digitale processen tot moeilijkheden met de verrekening van het minimumloon met buitenlandse partnerbedrijven. Vooral voor kleine en middelgrote bedrijven is het belangrijk dat ze hun werknemers op korte termijn ter plekke in het buitenland kunnen inzetten om diensten te verlenen.
"Verschillende en onnodig complexe nationale implementaties van EU-wetgeving in de afzonderlijke lidstaten leiden tot hoge kosten en rechtsonzekerheid voor bedrijven", legt DIHK Chief Legal Council Stephan Wernicke uit. "Als er fouten worden gemaakt, bestaat het risico op sancties, soms zelfs strafrechtelijke overtredingen."
De stortvloed aan regels is "nu buitensporig": "In plaats van bedrijven te ondersteunen in hun praktijk en ze vrijheid te geven voor ideeën, innovaties en ontwikkeling, moeten ze honderden documenten en rapporten invullen."
Eenzijdige nationale benaderingen van portalen en regelgeving
Bedrijven in andere EU-landen worden vaak geconfronteerd met administratieve portals die niet in het Engels werken, maar alleen in de nationale taal - ook hier is Duitsland geen rolmodel. E-commerce heeft te lijden onder het feit dat in de postordersector verschillende re-labelling vereist is afhankelijk van het land.
En de problemen blijven zich op grote schaal voordoen: de Europese Due Diligence Act is niet alleen van toepassing buiten de EU - de wetgevers gaan er dus van uit dat de interne markt zelf niet langer kan worden beschouwd als een plaats van rechtmatige handel. Tegelijkertijd hebben bedrijven steeds meer twijfels over de rechtsstaat in individuele lidstaten, terwijl de EU tegelijkertijd de investeringsbescherming voor bedrijven aan het inperken is.
Er dreigt een rechtelijke verwaarlozing van de interne markt
Deze en andere voorbeelden uit het onderzoek maken volgens Wernicke duidelijk: "Goede doelen rechtvaardigen geen slechte regelgeving. Het risico bestaat dat de interne markt juridisch wordt verwaarloosd als de gewaarborgde vrijheden van de markt, ook in de digitale economie, niet langer gegarandeerd zijn."
In sommige gevallen overwegen bedrijven om zich helemaal terug te trekken uit individuele EU-landen vanwege de ingewikkelde procedures of beperkte rechtsbescherming. "Dat zou het tegenovergestelde zijn van waar de interne markt van de EU eigenlijk voor staat. Het zal ons allemaal treffen," waarschuwt het hoofd juridisch adviseur van de DIHK. Het zijn immers de consumenten die er samen met de bedrijven onder zullen lijden. De kosten als gevolg van bureaucratie en juridische onzekerheden zullen uiteindelijk ook voor hen een last zijn.
Wernicke: "Politici moeten zich concentreren op de essentie: Rechtszekerheid, de rechtsstaat en vrije concurrentie op de interne markt zijn belangrijke vestigingsfactoren die moeten worden gewaarborgd voordat er steeds nieuwe en nauwelijks verenigbare politieke doelen worden gesteld."