Energietransitie heeft negatieve gevolgen voor een op de drie bedrijven
Bedrijven in Duitsland kunnen de transformatie alleen aan als ze daardoor hun concurrentievermogen niet verliezen. Dat meldt de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie (DIHK) op haar website.
Dat is een belangrijke conclusie van de energietransitiebarometer van de IHK-organisatie 2025. De enquête, waaraan ongeveer 3.600 bedrijven uit verschillende sectoren en regio's hebben deelgenomen, geeft een beeld van de huidige stemming onder bedrijven over de energietransitie.
“In veel bedrijven overheersen momenteel scepsis en onzekerheid als het gaat om de energietransitie”, zegt Achim Dercks, adjunct-directeur van de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie (DIHK). “Hoge kosten, ondraaglijke bureaucratie en de algehele uitdagende economische situatie leiden ertoe dat er minder capaciteit en financiële middelen beschikbaar zijn voor klimaatbescherming.”
Veel industriële bedrijven hebben Duitsland geleidelijk verlaten, meldt Dercks – bij grote industriële bedrijven is deze trend zelfs nog sterker. “Daar komt nog onzekerheid bij over de koers die de nieuwe regering gaat varen met de energietransitie. Het gevolg: bedrijven wachten af. De energietransitie staat op veel plaatsen in de wachtstand.”
Grootste belemmering: bureaucratie
De DIHK-energietransitiebarometer laat echter ook zien: De meerderheid van de bedrijven staat in principe achter het doel om klimaatneutraal te worden. Zo stelt 89 procent van de bedrijven, en daarmee de overgrote meerderheid, een eigen doel met betrekking tot klimaatneutraliteit tegen uiterlijk 2045. Veel van hen willen zelfs eerder klimaatneutraal worden: 43 procent van de bedrijven plant dit al tegen 2040, 26 procent zelfs tegen 2030. 6 procent van de deelnemers gaf aan al klimaatneutraal te zijn.
Als grootste belemmering op weg naar klimaatneutraliteit zien de meeste bedrijven de uit de hand gelopen bureaucratie, gevolgd door onvoldoende informatie en een gebrek aan planningszekerheid. Andere grote hindernissen zijn lange vergunningsprocedures en een gebrek aan infrastructuur.